Maart 2007: 14 weken
Deze week is Rufus van alles en nog wat aan het uitproberen. Hij is nu ook groter en kan overal gemakkelijker bij. Favoriet is om een pakje papieren zakdoekjes die op de salontafel liggen te pakken en er mee rond te paraderen. Maar ook een pakje shag, de afstandsbediening van de TV, een bril, een horloge en dergelijke moeten er aan geloven. Hoeveel moeite het soms voor onszelf dan ook kost, proberen we het meegepakte spul bij Rufus om te ruilen voor een speeltje. Meestal lukt dat wel, maar af en toe raken we er ook door geïrriteerd: dat zijn de momenten dat Rufus wint.
Als hij aan de riem is, valt hij prima te corrigeren. Los is dit minder, ook binnen. We leren hem nu dat hij de poezen met rust moet laten als ze eten. De poezen krijgen eerst hun bakje, waarna Rufus direct zijn eten krijgt. Ze eten alledrie dus gezamenlijk, maar Rufus is tien keer zo snel klaar en gaat dan verwachtings- en hoopvol kijken of er iets van de poezenmaaltijden overblijft. De riem is dan nog wel nodig om hem lichte correcties te geven, anders gaat hij toch bovenop Boema zitten die dan wijselijk uitwijkt.
De plekjes van Boema en Bobo zijn ook niet helemaal veilig meer. Het plekje van Boema is het eerste mikpunt. Kon Rufus tot nu toe niet zo gemakkelijk in de stoel komen. Nu is het een kwestie van een sprongetje en hij installeert zich er uitgebreid. Pas na 8 keer hem direct in de bench te leggen, staakt hij zijn poging om er te liggen. De volgende dag probeert hij het nog twee keer en stopt er dan mee, om vervolgens het plekje van Bobo op de bank in beslag te nemen. Ook hier zijn verschillende malen (ik heb ze niet meer geteld) nodig om Rufus er mee te laten stoppen.
Rufus ligt niet alleen meer in de bench, er ligt nu ook een kleedje vlak bij de poezen waar hij graag ligt en het matje bij de schuifpui vindt hij ook heerlijk. Af en toe sleept hij zijn kleedje mee naar buiten op het terras om daar van het zonnetje te genieten. Het ultieme genot voor hem is, als we op de bank buiten zitten en hij ernaast ligt met zijn kop op onze schoot.
Bij het wandelen weet Rufus inmiddels dat hij eerst naar zijn "toiletveldje" gaat en dat dan pas echt de wandeling begint. Hij loopt nu regelmatig los en zolang het niet al te druk in de omgeving wordt met spelende kinderen en andere loslopende honden dan verloopt dat allemaal goed en geniet hij volop.
Door de dag heen geeft Rufus nu heel goed aan dat hij zijn behoefte moet doen. Uitdrukkelijk gaat hij dan bij de gangdeur staan en daarna loopt hij naar de bijkeuken waar zijn riem hangt.
Vanaf vrijdag deze week zijn we een week op wintersport. De poezen gaan dan naar hun vertrouwde adres: het dierenpension. Rufus gaat mee naar Frankrijk.
Maart 2007: 15 weken: op wintersport
Zeven uur rijden van Goes naar Dijon om in een hotel te overnachten en daags daarna nog eens vijf uur om het appartement in Méribel-Mottaret te bereiken. Rufus geeft geen krimp in de auto en vindt alles best, zolang hij maar bij ons is. De stopplaatsen zijn heel interessant voor hem met allemaal nieuwe geurtjes. De eerste nacht in het hotel bedenken we dat we hem op een kleedje in de hotelkamer kunnen leggen, zodat de bench in de auto kan blijven. Rufus blijft echter op het bed springen en zich tussen ons in nestelen, de bench dan toch maar uit de auto gehaald.
Rufus kent al sneeuw van één winterse bui in Goes, maar dit is andere koek! Metershoge sneeuwwallen, hellingen vol sneeuw waar je volledig in wegzakt. We durven hem hier niet los te laten. Het appartement ligt direct aan de piste waar skiërs, boarders, sneeuwscooters en pistebully´s passeren. Bovendien loopt er een riviertje in een kloof en we hebben niet veel zin om hem uit kloven te gaan redden. Aan de lange lijn kan hij zich echter de hele week volledig uitleven. Vanwege het actieve karakter van een wintersport hebben we weinig tijd om foto´s en video´s te maken.
Het is verwonderlijk wat een fijne neus Rufus heeft. De eerste dagen steekt hij zijn snuit drie tot vier keer in de sneeuw en haalt er vervolgens spulletjes uit. Het is prachtig om te zien hoe hij een gebiedje sondeert. Na een paar dagen snuffelt hij wat rond en hoeft hij maar één keer zijn snuit in de sneeuw te stoppen, graaft als een bezetene een hol en haalt weer van alles naar boven. Variërend van een babyzuigfles, tot afgebroken skistokken, rotte aardappelen, een handschoen, koordjes en nog vele, vele andere zaken. Rufus vindt het heerlijk om een sneeuwwal op te klauteren en in alle standen naar beneden te glijden. Vooral ´s ochtendsvroeg als er nog geen skiërs zijn en we brood gaan halen neemt Rufus beslag van heel de piste en met bokkesprongen, sprintjes en glijpartijen loopt hij dan mee naar het dorp en terug.
In het appartement vermaakt hij zich ook prima. Hij krijgt alle aandacht die hij zich maar kan wensen, misschien wel teveel. Al heel snel heeft hij door dat als zijn matje op de bank ligt, hij erop mag liggen en dat is een wel erg comfortabele positie. Na de avonturen in de sneeuw is het iedere dag goed uitrusten op de bank, en niet alleen voor Rufus. Als we zelf skiën blijft Rufus in het appartement in de bench, we zagen er wat tegenop of dat wel goed zou gaan. Als we vertrekken blaft hij niet en als we terugkomen ligt hij meestal te slapen. Een Franse buurvrouw zelf met twee honden, vertelt dat ze hem die week één keer langere tijd heeft horen blaffen tijdens onze afwezigheid.
Na een geslaagde wintersportvakantie keren we zaterdag in één rit van twaalf uur terug. Ook dit doorstaat Rufus grandioos. Terug thuis moet hij wel nog in de buurt even wat rondjes hardlopen en wat heen en weer springen buiten, maar dat is hem van harte gegund. We houden er wel rekening mee dat Rufus de komende week zal moeten wennen aan de regeltjes thuis en dat de training waarschijnlijk van vooraf aan zal moeten beginnen. Waar we geen rekening mee gehouden hebben is, dat de zomertijd zaterdagnacht is ingegaan. Voor de puppycursus zijn we daarom te laat opgestaan. ´s Avonds komen de Bobo en Boema weer thuis: dat zal een blij weerzien zijn, de roedel is dan weer compleet.
En hieronder nog een vier minuten filmpje van Rufus in Méribel-Mottaret.
Maart 2007: 16 weken
Zondag was het nog even nagenieten, samen met Rutger & Mareije bekijkt Rufus een DVD-film. Van het geluid snapt hij niets, het komt ineens overal vandaan: voor hem, achter hem en hij hoort het ook nog langs en rond zich heen gaan. Zijn kop draait dan ook alle kanten op. Maandagochtend vroeg vertrekken Rutger en Mareije, Rufus mist ze al gelijk. De training wordt weer voortvarend opgepakt, en waar we al bang voor waren wordt bewaarheid. Eigenlijk kunnen we weer grotendeels opnieuw beginnen. De nachten daarentegen gaan nu prima, waar we ook wel bang voor waren dat het wel weer wennen zou zijn. Tijdens de vakantie sliep hij immers in de bench naast ons bed. Zodra Rufus losloopt luistert hij nergens naar en gaat volstrekt zijn eigen gang. Hij blijft gelukkig wel in onze buurt, maar daar blijft het dan ook wel zo ongeveer bij. Allerlei trucs en slimmigheidjes moeten uitgehaald worden om hem bij ons terug te krijgen. Trainingssnoepjes kunnen hem ook nauwelijks verleiden. In de loop van de week gaat het aan de lijn goed, zowel de korte als de lange. Hij luistert dan goed en houdt zich aan de commando´s. Zodra hij echter weer los is, schijnt het voor Rufus allemaal niet meer te tellen. Sinds de wintersport heeft Rufus last van zijn tanden en kiezen, hij kauwt en schraapt zijn gebit heel graag aan het grote bot wat hij indertijd gekregen heeft en dat gaat met heel wat kracht gepaard. Hij heeft ook al wat voortanden verloren en er nieuwe voor teruggekregen. De autobench hebben we uit de woonkamer weggehaald. Er voor in de plaats heeft Rufus nu een ligkussen in de woonkamer en natuurlijk heeft hij ook nog de grote bench in de bijkeuken.
April 2007: 17 weken We hebben de puppycursus na 2 weken weer terug opgepakt. Het viel niet mee, maar we kunnen er weer verder mee. De instructeur denkt dat het loslopen bij Rufus nu niet meer zo goed gaat, omdat hij een hele week aan de lange lijn heeft rondgedarteld. Nu proeft hij de vrijheid weer van het niet aangelijnd zijn. Toch maar gewoon weer uitproberen, en dat hebben we dan ook maar direct gedaan. Eerst een korte strandwandeling op het drukke strand van Dishoek bij Vlissingen, waarin voortdurend geoefend wordt in het negeren van andere honden. Om de 15 seconden komt er wel weer een hond langs, dus is er stevig geoefend. Vanwege de Duitse paasvakantie en natuurlijk het prachtige lenteweer is het erg druk aan de kust en rijden we na de strandwandeling naar het recreatiegebied De Piet aan het Veerse Meer. Daar is het heerlijk rustig en is er veel ruimte voor Rufus. Zonder lijn kan hij daar naar hartelust ravotten en rondrennen. Hij blijft goed bij ons in de buurt en komt zonder aarzelen als hij geroepen wordt. Het water trekt hem niet echt, hij gaat er net met zijn vier pootjes in, maar zwemmen komt niet in hem op. Was afgelopen week een grote vis en een kaassouflé zijn prooi, nu tijdens het rondrennen ontdekt Rufus een dode vogel. Van het ene op het andere moment is zijn aandacht voor ons op slag verdwenen. Hij grijpt zijn `prooi´ en verdwijnt weg van ons. Het heeft weinig zin om er achteraan te gaan. We roepen hem wel en hij reageert op zijn naam, maar terugkomen is er niet bij. We lopen terug naar de auto, als Rufus dat ziet kiest hij toch eieren voor zijn geld en loopt - zonder zijn prooi - onze richting op. Als hij een clubje jongens met een bal passeert is hij zijn goede voornemen om terug te komen weer direct vergeten en gaat spelen met de jongens en de bal. Gelukkig zijn de jongens zo vriendelijk de bal onze richting op te schieten zodat hij weer terug aangelijnd kan worden. Als ik hem dan zo bezig zie denk ik toch dat het goed zou zijn om maar een jachtcursus te volgen en de reddingshondentraining maar op de lange baan te schuiven. Voor de reddingshondentraining is het noodzakelijk dat Rufus al onder appèl staat en dat is geenszins het geval. Ik ben benieuwd wanneer ik kan zeggen dat hij onder appèl staat. Dat wild zit hem toch in zijn bloed en in zijn genen; het is dan ook heel mooi hem zo met zijn vangst aan de haal te zien gaan.
Tijdens een van de ochtendwandelingen steekt er ineens een fazant vlak voor ons over het pad. Ik dacht eerst dat Rufus een hartaanval kreeg, zijn bek gaat trillen en bibberen en hij blijft stokstijf stilstaan met zijn staart recht achteruit. Heel langzaam en voorzichtig loopt hij naar de struiken waar de fazant in verdwenen was en blijft daar weer met zijn staart recht achteruit en zijn snuit omlaag stilstaan. Ik snap de rationale ook niet helemaal op welke manier hij op andere dieren reageert. Van schapen is hij niet bang, alleen als ze wat springerig zijn deinst hij wat achteruit, maar verder gaat hij er vrij dichtbij staan zonder te blaffen of aanstalten te maken om ze weg te jagen. Geitjes - die toch een heel stuk kleiner zijn - daar moet hij niets van hebben. Rufus wil daar zo ver mogelijk vandaan blijven, regelmatig gaan we nu maar langs de kinderboerderij waar in een grote wei een kudde geiten rondloopt met schapen en toeterende ganzen. Dan kan ie er een beetje aan wennen. Met Bobo en Boema is hij nog steeds niet echt vriendjes, terwijl Rufus echt zijn best doet. Heel vaak brengt hij een speeltje naar de poezen, maar die willen er niks van weten. Rufus snapt er dan niks van en gaat dan maar in arren moede blaffen, wat weer tot gevolg heeft dat vooral Bobo er vandoor gaat, met Rufus er natuurlijk achteraan. Boema gaat er nog het meest relaxed mee om, zij laat zich besnuffelen en laat zelfs toe dat Rufus haar met een poot aantikt. Maar zijn snuit op haar rug dat is nog een station te ver. Aan de poezen kunnen we goed zien hoe hard Rufus groeit. Was hij begin februari net zo groot als Boema, nu torent hij boven haar uit. Maar hij vindt zichzelf nog steeds niet te groot om op schoot te liggen! Kijk ook maar eens op de startpagina van Rufus.
Op het eind van de week is Rufus niet meer bang voor de geiten, hij is er nu eerder nieuwsgierig naar. Zonder te blaffen snuffelt hij achter het hek hun richting op. Enkel als een geit op een holletje en met sprongetjes komt kijken wat er bij het hek gebeurt, gaat hij wat achteruit. Als hij aan de lange lijn aan het dollen is, hipt er onverwachts vlak voor hem een merel de struiken in. Opnieuw gaat hij voor de struik staan met zijn rechtervoorpoot geheven de staart recht achteruit. Zijn snoet wijst nu niet naar beneden maar ook recht vooruit. Na een tijdje springt hij in de struik, maar de merel is natuurlijk allang verdwenen. Vrijdag laten we Rufus aan het Goese Sas weer loslopen. Het gaat prima, hij reageert goed op zijn naam evenals op het commando hier. Rufus blijft ook redelijk dicht bij ons in de buurt en kijkt voortdurend waar we zijn, terwijl hij de omgeving nu toch wel goed kent.
April 2007: 18 weken
Bij de puppycursus heeft Rufus er niet veel zin in, terwijl hij de vorige dag zo goed luisterde en keurig netjes met de slappe lijn meeliep. Tijdens de oefening die volledig in het water valt, houdt de instructeur Rufus ongelijnd vast terwijl ik met de lijn een 100 meter verder loop, op mijn hurken ga zitten en hem roep. Als een speer rent hij met een noodgang op mij af. Onderweg zie ik al aan zijn ogen dat hij iets van zins is. Zonder vaart te minderen slaat hij vlak voor me af maakt een boog om me heen en spurt in een rechte lijn naar een andere groep die een heel eind verder aan het oefenen is. Rufus werpt zich in de groep - over socialiseren gesproken - en gooit alle oefeningen daar in de war. Een tweede poging daarna, gaat bijna op dezelfde manier. Na het afslaan en de boog om me heen, heeft Rufus kennelijk toch met me te doen, bedenkt hij zich en komt hij uit zichzelf terug om braaf voor me staan. Als we weggaan bij de puppycursus merkt één van de deelnemers aan de andere cursus die Rufus zo flink verstoorde, op dat Rufus de dag van zijn leven had gehad. Volgens ons heeft hij die iedere dag.
Met het mooie paasweer maken we diverse wandelingen. Rufus kan zijn hart ophalen, verschillende keren loopt hij los. Het terugkomen verdient nog geen schoonheidsprijs, maar hij kan iedere keer weer tijdig aan de riem. Langzamerhand begint hij ook meer in de poeltjes van de Hollandsche Hoeve te komen. Eerst nog met zijn voorpoten, wat later met zijn achterpoten erbij. Eén keer zelfs tot zijn buik, maar echt zwemmen daar is het nog steeds niet van gekomen. Als hij in het water is geweest raakt Rufus wat opgewonden en draaft dan rond in de bosjes en op de paden. Sinds het hek rond de vijver weg is, drinkt Rufus - net als Bobo & Boema uit de vijver - dat schijnt héél lekker te zijn. Hij is een keer met zijn achterpoten in de vijver terechtgekomen, maar ook hier krijgt hij er geen zwemneigingen door.
Als Rutger & Mareije langskomen, is Rufus door het dolle heen. We hebben hem nog niet aan het verstand kunnen peuteren dat hij op een rustige manier mensen kan begroeten. Zijn staart gaat als een bezetene heen en weer en hij maakt allerlei bokkesprongen om maar te laten zien hoe blij hij is. Het duurt zeker een kwartier voordat hij weer wat in gewone doen komt.
Rufus houdt me weer eens flink voor het lapje. Aan de wandelriem en aan de lange lijn luistert hij prima. Omdat het zo goed gaat laat ik hem los. Alle aandacht is verdwenen, Rufus rent en galoppeert heen en weer en loopt me iedere keer straal voorbij. Hij blijft wel in de buurt en als hij mij niet meer ziet en ik roep hem, komt hij aandraven maar blijft zorgvuldig uit de grijpzône weg. Het pad waar ik hem loslaat is zo´n driekwart kilometer lang, deze heb ik zo´n vier tot vijf keer afgelopen voordat Rufus zich verwaardigt zich bij mij te voegen. Hij laat zich dan nog wel eerst eens lekker in de vieze watergang met kikkerdril, kroos en drab glijden. Hij stinkt verschrikkelijk maar is daarna zo mak als lammetje en weet hij precies wat de bedoeling is. Aan de lange lijn betekent ´vrij´ dat ie mag rondrennen, laat ik hem daarna zitten en het commando ´volg´ geef, weet hij dat hij naast me moet lopen, wat hij dan ook prima doet. Krijgt hij dan weer het commando ´zit´, weet Rufus al dat hij na het volgende commando weer zijn eigen gang kan gaan met de beperking van de lengte van de lijn. Hoe ik de transfer moet bewerkstelligen van de lange lijn naar het loslopen daar heb ik nog geen idee van. Als we terug thuis zijn wordt Rufus afgespoeld en zoekt hij een plekje in de zon om zich te laten drogen.
Tijdens het wandelen langs de zeedijk bij Kattendijke, een klein dorpje aan de Oosterschelde, valt er altijd wel iets te beleven voor Rufus. Deze keer komen er een stel paarden met ruiters langs. Rufus blikt of bloost niet en kijkt er nauwelijks van op, de ruiters hebben meer oog voor Rufus dan hij voor de paarden.
In de tuin mag Rufus graag langs de vijver liggen, nog leuker is het als de vijver wordt schoongemaakt en er salamanders, kikkers en allerlei waterplantjes in het schepnet naar boven komen.